Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
26 maart 2006

In de ban van de griep

ATgriep28
Bekijk Video
28 min

De Grieppandemieën van de 20ste eeuw

Er gaat geen dag voorbij of er staat een bericht over vogelgriep in de krant. De WHO, de Wereld Gezondheidsorganisatie, heeft gemeld dat er inmiddels meer dan 100 mensen aan vogelgriep zijn overleden. Wat gebeurt er in Nederland als er een nieuwe grieppandemie, een wereldwijde epidemie, uitbreekt?

Met de dreiging van vogelgriep een actuele vraag. De dreiging van een nieuwe pandemie wordt altijd gerelateerd aan de verwoestende Spaanse griep van 1918/1919. Toen overleefden in Nederland zo'n 20.000 mensen de griep niet. Wereldwijd lag het aantal doden tussen de 20 en 40 miljoen. Maar Nederland maakte in de vorige eeuw nog twee pandemieën mee: de Azië-griep in 1957/1958 en de Hong Konggriep in 1968/1969. Het virus was in beide gevallen minder dodelijk dan dat van 1918, maar velen moesten hun bed opzoeken en er viel mondiaal een hoger dan gemiddeld aantal doden. In 1976 leek de varkensgriep de kop op steken, maar deze kwam uiteindelijk niet.

De eerste naoorlogse pandemie

‘Je snoof het meteen: dat is griep’

Elk jaar komt in de wintermaanden een griepgolf voorbij. Zo’n epidemie leidt tot een oversterfte van tussen de 1.000 en 2.000 mensen. De betekenis van het griepvirus kan daarom niet onderschat worden.

De bewustwording van het griepgevaar kwam op in de jaren ’50. De hygiëne was sinds 1918 veel beter geworden en er waren inmiddels griepvaccins ontwikkeld. Overheid, wetenschap en industrie werkten intussen nauw samen bij het vaststellen van de juiste griepvaccins en de verspreiding daarvan, al gebeurde dat nog niet op grote schaal.

De verwoesting van de Spaanse griep lag alweer veertig achter ons toen Nederland in 1957 weer met een pandemie, de Azië-griep, werd geconfronteerd. Het verrassende van de Azië-griep was dat deze al in de zomer de kop op stak en Nederland in september bereikte. ‘Per dag 70.000 nieuwe griep-patiënten. Aantal sterfgevallen blijft gering,’ kopt Het Parool van woensdag 2 oktober. De griep leidde wel tot een verhoogd ziekteverzuim. ’J. Huisman, net benoemd tot stadshygiënist bij de GG&GD in Rotterdam, herinnert het zich nog goed: ‘We waren net van Den Haag naar Rotterdam aan het verhuizen. Ik ben ongeveer met het bed het huis uitgedragen, de verhuiswagen in, met 41 graden koorts.’ Huisarts Benjamin Kam ziet in zijn oude agenda de volle bladzijden met patiënten waaraan hij huisbezoeken aflegde terug. Soms moest Kam meer dan 25 bezoeken per dag afleggen, maar de diagnose was snel gesteld. ‘Als je de deur binnen kwam, dan snuif je in één keer zo: oh, dat is griep.’

Van paniek was echter geen sprake, daar was de Azië-griep niet kwaadaardig genoeg voor. Van grootscheepse vaccinatie was evenmin sprake. Met geduld uitzieken was het beste medicijn. Inenting tegen ziektes was sowieso een opkomend fenomeen. Polio-vaccinatie ging in 1957 van start en de vaccins tegen difterie, kinkhoest en tetanus waren in de jaren daarvoor ontwikkeld. Zij vormden de basis van het rijksvaccinatieprogramma, dat onder leiding stond van H. Cohen, werkzaam bij het RIV, de voorloper van het RIVM. Net als bij de vaccinontwikkeling was het vanaf het begin en samenwerking tussen het RIV, het Staatsinstituut Volksgezondheid, universiteiten, industrie (Philips Duphar) en de GG&GD. Op verzoek van de Wereld

Gezondheidsorganisatie kwam na de oorlog ook een ‘influenzaprogramma’ op gang, dat eveneens een samenwerking werd tussen de wetenschap, overheid en het bedrijfsleven. Hoewel Cohen gevraagd werd om influenza onder te brengen in het rijksvaccinatieprogramma, wees hij dit van de hand; Nederland kende immers een unieke, betere, goedkopere samenwerking. De functie van het RIV en het Staatinstituut Volksgezondheid bleven controlerend, coördinerend en adviserend. De jaarlijkse griepprik was nog geen gemeengoed. Alleen risicogroepen, zoals mensen met long- en hartziekten en zwangere vrouwen konden een prik krijgen. Ook mensen die werkzaam waren bij belangrijke overheidsdiensten zoals de brandweer, de politie en het leger werden gevaccineerd.

Dat voetbal een groot maatschappelijk belang had, werd door Feyenoord al vroeg onderkend. Met een zieke selectie kon je niet winnen. De clubarts van Feyenoord, dokter Abarbanel, vond dat de Rotterdammers geen risico moesten nemen. Alle spelers van het eerste elftal kregen na de avondtraining een prik. Het was, zoals oud-spits Henk Schouten zich weet te herinneren, niet eng om een naald in je arm te krijgen. ‘Je was genoeg gewend, want je kreeg elke week schoppen tegen je benen aan.’

De Hong Konggriep

‘Wie wordt ingeënt?’

De produktie van vaccins was in de jaren ‘60 inmiddels steeds meer geïndustrialiseerd. Vaccins werden vanaf het begin gemaakt door het virus in bebroede kippeneieren in te brengen. Op die manier wordt het griepvirus gekweekt waarna het vaccin daarvan gemaakt kan worden. Omdat het griepvirus elk jaar een beetje anders is, moet elk jaar een nieuw vaccin worden gemaakt. Het is voor de industrie, in Nederland toen Philips-Duphar, belangrijk om zo vroeg mogelijk de stam van het virus te hebben.

Het grootste probleem van het maken van vaccins is dat het veel tijd kost. Eerst moet het soort virus worden vastgesteld dan duurt het nog vier tot zes maanden om een vaccin te maken, waarna de produktie en de distributie ter hand worden genomen. Het juiste vaccin vinden bij het juiste griepvirus is de achilleshiel van de griepbestrijding.
In december 1968 diende zich een nieuwe pandemie aan: de Hong Konggriep, die al snel in de volksmond de Mao-griep werd genoemd. Cabaretiers als Wim Kan en Farce Majeure maakten er grappen over. Toen het virus eenmaal was geïsoleerd moest er als de bliksem een vaccin worden gemaakt. Belangrijk voor de distributie van de vaccins was dat deze gekoeld bewaard moesten worden. Philips-Duphar had daarom speciale afspraken met de posterijen gemaakt zodat de distributie met voorrang behandeld te worden. Vaccins werden met open auto vervoerd om de koeling te garanderen. ‘Het is altijd een beetje kantje boord geweest om op tijd genoeg en iets te hebben. Je wist namelijk ook nooit wat het virus ging doen. Probleem was ook dat er altijd een beperkte hoeveelheid was. Wie ent je in? De beperkte hoeveelheid moest eigenlijk ten goede komen aan de kwetsbaren,’ aldus G. Soeters, toentertijd arts bij Philips-Duphar. Kranten berichten eind december 1968 dat er tien vaccins per huisarts zijn.

Ook al greep de griep om zich heen, het was nog geen beleid om algemeen te vaccineren. Met tien vaccins per huisarts was dat ook niet haalbaar. Alleen personen met hart- en longziekten, bejaarden, suikerzieken en zwangere vrouwen kwamen er voor in aanmerking. Het beleid om ruimer te vaccineren kwam pas in de jaren ’90. Weliswaar was er ook met de Mao-griep een verhoogd sterftecijfer, ‘maar net als bij de Azië-griep was de Hong Konggriep een humaan virus, langzamer evoluerend en ver van de dieren afgeraakt,’ zegt Huisman.
Huisarts Kam bevestigt de krantenberichten van toen. ‘Je kreeg tien doses en dan moest je zelf maar uitmaken wie kreeg. Je moest eigenlijk tien mensen in je praktijk uitzoeken, die je tegen griep vaccineer.’ Tien vaccins waren als een druppel op een gloeiende plaat. Op scholen vielen leerlingen bij bosjes om en in Heerenveen moest de fietsfabriek Batavus noodgedwongen kantoorpersoneel inzetten om de produktie op peil te houden.

Het lokale ziekenhuis kampte eveneens met grote moeilijkheden: de opname van niet-acute gevallen moest worden beperkt, schrijft de Friese Koerier op 10 januari 1969. Oud-verpleegster Baukje Ybema herinnert zich dat er veel overuren gemaakt moesten worden. ‘Je moest overwerken, want iedereen moest gered worden. Het is wel een hectische boel geweest.’ De les die men toen leerde was dat het verplegend personeel voortaan verplicht werd een griepprik te halen.
Van paniek was geen sprake. De influenza-specialist van toen, N. Masurel, drukte ook elke neiging tot ongerustheid de kop in. Die noemde hij ongemotiveerd. De Mao-griep ‘zal in zijn gevolgen niets afwijken van de influenza-epidemieën die we de laatste twaalf jaar gekend hebben,’ verklaarde tegenover NCRV’s Hier en Nu.

De varkensgriep van 1976

‘Gokken met dollars’

Vaccinatie lijkt heden ten dage niet meer ter discussie te staan, maar voor specialisten blijft massale vaccinatie een duivels dilemma, met de vraag of het middel soms niet erger is dan de kwaal. Het afschrikwekkende voorbeeld van massale vaccinatie vond plaats in 1976 in de Verenigde Staten. Nadat eind januari enkele rekruten door griep waren geveld en de 18-jarige David Lewis binnen een mum van tijd overleed, bleek na onderzoek dat er een nieuw type virus, het varkensgriepvirus, was gevonden.

De link met de Spaanse griep en de verwoestende uitwerking daarvan werd door de medische instanties en de media snel gelegd. Was deze griep het begin van een pandemie? Om alle risico’s uit te sluiten adviseerde het Advisory Committee on Immunization Practices aan het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid om tot massale vaccinatie over te gaan: ‘het was veiliger om met dollars te gokken dan met mensenlevens’.

President Gerald Ford, die inmiddels midden in de voorverkiezingen zat, liet zich door de topwetenschappers adviseren en kondigde op televisie een vaccinatieprogramma aan ter waarde van 134 miljoen dollar. ‘Niemand weet hoe ernstig deze dreiging is, maar we kunnen het ons niet veroorloven risico te nemen met onze gezondheid,’ sprak Ford de natie toe. De Centers for Disease Control and Prevention meende daarbij dat aangezien griepvaccins geen serieuze risico’s met zich meebrachten, ‘het beter was om vaccins in mensen te brengen dan ze in loodsen op te slaan’. Ondertussen had in april de Wereld Gezondheidsorganisatie zich sceptisch getoond over een mogelijke pandemie, maar spoorde de regeringen wel tot waakzaamheid aan. En wie het zich kon veroorloven, moest vaccins ontwikkelen.

De zomer naderde en van een verdere verspreiding van de varkensgriep was nog niets gebleken. Onderhandelingen tussen vaccinproducenten en de regering over wie de risicoverzekering moest dragen verliepen stroef tot weer enkele soldaten tegelijkertijd ziek werden. Het bleek weliswaar geen griep te zijn, maar het vaccinatieprogramma kwam in een stroomversnelling; de overheid stond borg. Per 1 oktober werden de eerste mensen gevaccineerd. Twee weken later stierven drie bejaarden die een prik hadden gehad en al snel hielden de media een bodycount bij. Om de burgers gerust te stellen liet president Ford zich voor de camera vaccineren, maar het kwaad was al geschied.

Na het begin van de massale inentingen bleek dat bij een aantal mensen het Guillain-Barré Syndroom (GBS) was geconstateerd, een neuromusculaire aandoening, die leidt tot het niet of onvoldoende functioneren van de spieren. In januari 1977 waren er 1.100 GBS gevallen gemeld, waarvan er 58 waren overleden. Toen was het vaccinatieprogramma al stopgezet. 45 miljoen Amerikanen waren ingeënt. Uiteindelijk werden er 4.181 schadeclaims ingediend voor in totaal 3,2 miljard dollar. In 1993 werd de laatste claim afgehandeld en had de Amerikaanse regering 93 miljoen dollar uitgekeerd.

De Nederlandse reactie

Afwachten luidt het devies

In de Nederlandse media speelde de varkensgriep geen grote rol. De Koude oorlog en de abortuskliniek Bloemenhove domineerden het nieuws. Staatssecretaris Jo Hendriks van Volksgezondheid en Milieuhygiëne vroeg wel op 1 april 1976 een spoedadvies aan de Gezondheidsraad 'over vaccinatie tegen influenza naar aanleiding van een in januari 1976 opgetreden influenza-epidemie in een legerkamp in de Verenigde Staten'. Op 24 mei kwam het advies van de Gezondheidsraad dat niet paniekerig van toon en inhoud is.

Varkensgriep kwam in Nederland niet voor en de kans werd niet groot geacht dat het virus zich snel zou verspreiden. Eerst afwachten was het devies dan konden aanvullende maatregelen worden genomen. De raad beklemtoont dat 'het effect van een massavaccinatie tegen influenza onbekend is en dus onvoorspelbaar'. Bovendien, vervolgde de raad, is 'gezien het relatief beperkte immuniserende vermogen van de tot nu toe gebruikte geïnactiveerde influenzavirusvaccins, kan niet a priori verwacht worden dat massavaccinatie de ontwikkeling van een pandemie kan voorkomen'. Met andere woorden: vaccinatie garandeert geen volledige bescherming bij iedereen. Een opvatting die nog altijd onder medici geldt.

Wel wordt geadviseerd om een voorraad van 2 ½ miljoen doses aan te leggen. Staatssecretaris Hendriks liet voor 4,5 miljoen gulden deze voorraad maken. Ongebruikt werd de voorraad na een paar jaar weer vernietigd. De Tweede Kamer is van het advies, het besluit tot produktie, de produktie en de vernietiging van de vaccins altijd onwetend gebleven.
In dertig jaar blijkt er aan bestuurlijke geheimzinnigheid weinig veranderd te zijn. Voor wanneer de vogelgriep onverhoopt toch muteert naar een virus dat gevaarlijk is voor de mens heeft minister Hoogervorst met Solvay, de opvolger van Philips-Duphar, een contract voor 16 miljoen doses afgesloten. Omdat het contract niet openbaar is, is ook niet duidelijk wie het risico draagt wanneer het vaccin vervelende bijwerkingen met zich meebrengt. Een brief over deze deal heeft de minister nog niet naar de Kamer geschreven. Wordt vervolgd.

Beeldmateriaal

Voor de uitzending is gebruikt gemaakt van diverse Polygoon- NTS- en NOS journaals die worden bewaard het archief van Beeld en Geluid, evenals van enkele actualiteitenrubrieken. Ook de conference van Wim Kan en de satire van Farce Majeure zijn daar te vinden. De spotjes die de Amerikaanse overheid uitzond om mensen op te roepen zich te laten vaccineren worden bewaard in de National Archives in Washington.

Muziek
Er zijn over de A-griep en de Hong Kong griep enkele liedjes gemaakt. 'Rockin'Pneumonia and the Boogie Woogie Flu'. heeft in 1957 in de top 10 in de VS gestaan en is door vele verschillende artiesten uitgevoerd. 'Hong Kong Flu' is van de groep The Ethiopians.

Wat kunnen we leren van eerdere virusuitbraken? Bekijk en lees het ook op NPO Focus.

Credits
  • Regie
    Gerda Jansen Hendriks
  • Research en tekst
    Edmond Hofland
  • Research
    Emma Jackson
Bronnen
  • Advies inzake vaccinatie tegen A/New Jersey/76 influenza

    De Gezondheidsraad, ‘Advies inzake vaccinatie tegen A/New Jersey/76 influenza', nr. 27 (1976).

  • The American Bicentennial

    Laurie Garrett, ‘The American Bicentennial’, in : The Coming Plague (Penguin 1995).

  • The 1976 Experience

    Walter R. Dowdle, ‘The 1976 Experience’, in: ‘The Journal of Infectious Diseases, nr. 176 blz. 69- 72 (1997).

  • Medisch Contact

    Medisch Contact, nr. 7, 17 februari 2006

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie:

Meer Andere Tijden