Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
31 januari 2008

Beatrix en de kunst

Beatrix close
Bekijk Video
25 min

“Hoe het precies begonnen is, weet niemand meer”, zo staat in het vertrouwelijke rapport dat Hella Haasse opstelde in 1975. Tussen 1968 en 1975 organiseren prinses Beatrix en prins Claus op hun kasteel Drakensteyn ontmoetingen met kunstenaars. Kunstenaars van heel verschillend pluimage, van beeldende kunst tot poëzie, van musici tot schrijvers. Het zijn avonddurende bijeenkomsten, die tot doel hebben de tijdgeest te ontwaren. Is er een gemeenschappelijke noemer te vinden in al die verschillende kunsten? En wat zou die dan zijn?

Drakensteyn

Om daarachter te komen, nodigt entrepreneur Oscar van Leer een select gezelschap bij hem thuis uit. Hij is een vriend van het koninklijk paar en ook zij zijn er die eerste keer bij. In het Koninklijk Huisarchief ligt de vier pagina’s tellende uitnodiging waarin staat te lezen “Om een werkelijk inzicht in de geest van de tijd te krijgen, moet men de essentie leren begrijpen van de phase van ontwikkeling waarin de geest van de mens, dus de mens zelf, van die tijd en op die plaats verkeert”. Daarom, zo schrijft Van Leer, heeft het prinselijk paar het idee opgevat om twee series van elk drie avonden te beleggen. De eerste serie moet voor, de tweede serie na de jaarwisseling plaatsvinden. De avond bij Van Leer thuis, zal de aanzet zijn tot de eerste serie.

Wim T. Schippers
© nvt

Het destilleren van een tijdgeest

“Culturele avonden” zegt Wim T. Schippers, “Dat was het idee”. Volgens hem was die eerste bijeenkomst bedoeld om nader kennis met elkaar te maken. “Er werd flink whisky en allerlei andere dure dranken geschonken”, lacht hij. Hij herinnert zich dat Beatrix aan een inleiding begon en dat het de bedoeling was daarna vrijuit te spreken. “Een ongelofelijk lang verhaal over wat kunst was en wat kunstenaars moesten doen”. Op zichzelf wel interessant, maar toen ze klaar was, was het stil, zegt Schippers. En hij vond het een beetje gênant worden. Want ze had gevraagd om reactie. Om een beetje een huiselijke sfeer te creëren. “Waarschijnlijk door de ruime mate aan whisky, zei ik iets in de trant van: ‘zelden heb ik zulke grote onzin gehoord!’ Ze keer er raar van op, ze keek prins Claus aan. ‘Nou, dat vind ik eigenlijk ook!’, zei Claus. En toen was het ijs gebroken”, grinnikt Schippers.

Beeldend kunstenaar Peter Struycken heeft de eerste bijeenkomst gemist, maar kan goed de bedoeling schetsen. “In het algemeen ging het om discussie. Er was een kleine tentoonstelling, of muziek, of een voordracht en dan discussie”, zegt de beeldend kunstenaar. Volgens Struycken had Claus geopperd dat het interessant was om te kijken of er een tijdgeest te destilleren was. “En dat fascineerde me, daar had ik nooit aan gedacht”. Maar het zou moeten kunnen, redeneert hij. “Want uit de kunst blijkt een veel bredere laag van gewoonten dan alleen het individuele werk”. En dus blijft Struycken komen en raakt zelfs betrokken bij de organisatie.

Pop-art-kunstenaar Woody van Amen maakte voor de bijeenkomsten een driedelig kunstwerk, geïnspireerd door het populaire televisieprogramma Wie van de Drie. Het bevatte drie portretten. Een portret van Claus. Als je een derde draaide, kwam het portret van Hugo Carlos tevoorschijn. En weer draaien bracht Pieter van Vollenhoven naar voren. Op de achtergrond zien we van elk van de heren iets uit hun geschiedenis. Hij heeft het werk niet meer. “Nee, ik heb er een jaar of tien geleden de bijl in gezet. Ik had er genoeg van”, aldus de Rotterdammer.

Het gat in de tuin van Drakensteyn

De organisatie

Het begon waarschijnlijk, zo schrijft Haasse, in 1967 met het idee voor een huisconcert op Drakensteyn “om de jongste zuster van de prinses, Christina, de kans te geven temidden van vrienden haar veelbelovende zangstem te laten horen”. Dat ene concert werden er vijf en kreeg een vervolg in de ‘Tijdgeestbijeenkomsten’.

“Het ligt in de bedoeling drie avonden per sessie te organiseren, waar de drie genoemde kunstvormen aan het woord komen”, zo schrijft Van Leer in zijn uitnodiging. De beeldende kunst zou dat doen door een klein aantal werken van een select gezelschap kunstenaars te exposeren, de literatuur door middel van voordrachten van een aantal werken van representatieve Nederlandse schrijvers en de muziek door het ten gehore brengen van werk van Nederlandse componisten. Daarna was het de bedoeling dat de drie kunstvormen samen “door deelname aan een dialoog met de gemeenschappelijke kern van het gebodene als onderwerp en doel” aan het woord zouden komen.

Bij de keuze van de uit te nodigen kunstenaars – tien van elk van de drie kunsten- wint Van Leer advies in bij deskundigen op het gebied van elk der drie kunstvormen. “Op grond van het ingewonnen advies zou ik U als een van de 10 letterkundigen willen uitnodigen tenminste aan de eerste serie van drie avonden deel te nemen”, schrijft Van Leer aan een van de schrijvers. Prinses Beatrix en Prins Claus zullen actief aan de discussie deelnemen, belooft hij. “Voor de nodige nectar en ambrozijn zal worden gezorgd”. Van Amen herinnert zich dat het winter was en dat het vroor. “Erwtensoep kregen we. Lekker hoor, met die kou”.

De kunstenaars zijn nog altijd prettig verrast door de manier waarop het paar de kunstenaars en hun werk benaderde. Het ging nooit over mooi of lelijk, zegt Struycken. En ze waren goed op de hoogte. “Ze wisten echt van de hoed en de rand, later heeft ze me wel eens verteld dat ze ongelofelijk hun huiswerk deden”, aldus de beeldend kunstenaar. Struycken herinnert zich dat het paar zich buitengewoon vermaakt heeft met de Sad Movies van Wim Schippers. Schippers zelf herinnert zich niet meer dat hij die vertoond heeft. Wel weet hij nog dat hij samen met Claus in de tuin van kasteel Drakensteyn liep. Met een haardpook tekende Schippers een niervormige plek in het gras. “Toen heeft prins Claus een schep uit het schuurtje gehaald. En Claus scheppen”, lacht hij. “Ik heb er nog één bijgetekend, dan kun je het ook nog ‘moeder en kind’ noemen”. Schippers plaatst er een afzetting omheen en laat zelfs een graafmachine komen. “Misschien bestaat het nog wel trouwens. Of ik wil beste een remake maken als ze er weer gaan wonen!”, roept hij uit.

Reinbert de Leeuw
© nvt

De weigeraars

Niet iedereen is enthousiast. Er zijn ook kunstenaars die weigeren te komen. Maar dat is vooral voor de latere bijeenkomsten, die veel breder zijn opgezet, massaler ook. Uiteindelijk zullen die uitmonden in een tweedaags congres in het Paleis op de Dam over de betekenis van de kunst voor de maatschappij van nu. Voor die sessies worden ook niet-kunstenaars uitgenodigd, zoals de econoom Jan Pen. Of Roel van Duyn, het provo-raadslid uit Amsterdam. Hij weigert, net als Reinbert de Leeuw. “We kregen een onbegrijpelijk soort brief en huilend van het lachen hebben we die aan elkaar voorgelezen vanwege alle blabla”, herinnert zich de musicus. Volgens hem moeten we zijn weigering in de tijd plaatsen, de provo-tijd. Dat je je liet uitnodigen en inkapselen door alles wat op gezag en regenten leek, ging dwars in tegen zijn principes. “Daar waren we veel te principieel en rechtlijnig voor. We schreven een buitengewoon hooghartige en principiële brief, dat er natuurlijk geen sprake van kon zijn dat wij bij zulke bijeenkomsten aanwezig zouden zijn”, merkt hij toch een beetje beschaamd op. Achteraf vindt hij het toch een “ongelofelijk sympathiek initiatief”. Mede omdat we prins Claus als een buitengewoon gecultiveerd man hebben leren kennen. “Maar in die tijd, het was een Duitser, er waren foto’s van hem in Wehrmachtuniform, en dat huwelijk dat gedwongen in Amsterdam moest plaatsvinden...”, zucht De Leeuw.

Peter Struijken

Het einde van de bijeenkomsten

Het was de bedoeling dat de kunstenaars onderling in gesprek gingen. Dat ze van elkaars kunst kennis namen, misschien zelfs tot een uitwisseling kwamen. Daar is nooit veel van terecht gekomen, geeft Struycken toe. “Die uitwisseling tussen de kunstenaars zelf ging over mooi en lelijk. En dat was juist waar het paar het niet over wilde hebben!”. Het verbaasde hem een beetje. De kunstenaars kenden elkaar niet of nauwelijks en begrepen elkaar ook niet. Musici begrepen de beeldende kunstenaars niet en andersom. Ze waren ook niet op de hoogte van elkaars werk. “Het werd een gigantische spraakverwarring. Zeer gezellige avonden, met buitengewoon lekkere wijn, maar wel een spraakverwarring”.

Na de dagen in het Paleis op de Dam, lopen de bijeenkomsten nog een tijdje door. In kleinere kring, in een “stuurgroep”. Struycken zit erin, met onder anderen Huub Oosterhuis en Judith Herzberg. Het is de bedoeling uiteindelijk een boekje te publiceren, waarin de vraag centraal zal staan wat de maatschappelijke betekenis van de kunst is. Struycken zegt daarvoor nog de geluidsbanden uit de eerdere bijeenkomsten te hebben geluisterd. Maar hij kon er geen chocola van maken. De tijdgeest is nooit gevat. “Het is vrij abstract. Het geleuter ligt snel om de hoek”, klinkt Struycken nog altijd een beetje teleurgesteld. Het boekje is er ook nooit gekomen, de “stuurgroep” kwam nooit verder dan de niet uitgegeven kroniek van Hella Haasse.

Waar die bandopnames nu zijn, is onduidelijk. Het Koninklijk Huisarchief heeft ze niet, en ook het Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum weet van niets. De vraag is of we er wat aan zouden hebben, al zou het leuk zijn de discussies met het prinselijk paar te horen. Haasse schreef al in haar kroniek dat door “de slechte kwaliteit (of door onzorgvuldige bediening) van de apparatuur en door het ontbreken van strakke gespreksleiding er achteraf uit dat chaotische materiaal geen documentatie viel samen te stellen”.

Met dank aan het Koninklijk Huisarchief en Joris Cammelbeeck

Pieter van Voll_bew
Credits
  • research en tekst
    Rob Bruins Slot
  • research
    Tuur Verdonck
  • research
    Jan Bieseman
  • research
    Laura van Hasselt
  • regie
    Reinier van den Hout
Geïnterviewden Bronnen
  • Wim T. Schippers
    Wim T. Schippers
  • Reinbert de Leeuw
    Reinbert de Leeuw
  • Peter Struijken
    Peter Struijken
  • J. Bernlef in 2008
    J. Bernlef
  • Woody van Amen
    Woody van Amen
  • Beatrix: De Kroon op de republiek

    Coos Huijsen, Beatrix: De Kroon op de republiek (Amsterdam 2005)

  • catagolus museum Boymans-van Beuningen Rotterdam

    Cardena, catagolus museum Boymans-van Beuningen Rotterdam, 2-31 mei 1981

  • Het Huis Drakensteyn

    Het Huis Drakensteyn, AO-reeks no 941; 21-12-1962

  • Koninklijk Huisarchief

    Koninklijk Huisarchief

  • Archief advocaat Cammelbeeck

    Archief advocaat Cammelbeeck

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: